Ondanks veel kritiek zet minister Koolmees langere proeftijd uit WAB door
Per 2020 mag de proeftijd in een vast contract maximaal 5 maanden duren. Dat staat in het Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Ondanks veel kritiek op dit plan, zet het kabinet vooralsnog gewoon door.
Goede intenties
Met de nieuwe regels uit de WAB rond proeftijd moet het voor organisaties aantrekkelijker worden om werknemers gelijk een vast of langdurig tijdelijk contract aan te bieden. Dit plan kreeg ondanks de goede intenties van het kabinet veel kritiek uit verschillende hoeken. De Raad van State, vakbonden, wetenschappers en arbeidsjuristen zijn het niet eens met het plan. Een langere proeftijdmogelijkheid zou voor onzekerheid zorgen en door werkgevers kunnen worden misbruikt voor flexwerksituaties. Derhalve was het nog de vraag of minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de plannen in stand zou houden. Voorlopig is dat wel zo. De minister verdedigde de keuze om de proeftijdregels te veranderen in antwoorden op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer.
Maatregelen opgenomen in WAB ter voorkoming van misbruik
Om te voorkomen dat werkgevers het vaste contract met lange proeftijd gaan inzetten voor flexconstructies, zijn in de WAB diverse maatregelen genomen. Zo geeft de minister aan. Bij ontslag in de lange proeftijd zal het vaste contract meetellen in de ketenbepaling voor tijdelijke contracten, de werknemer recht hebben op een transitievergoeding en de werkgever zal het zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang van een eventueel concurrentiebeding moeten motiveren om deze in stand te houden. Ook geldt bij dit proeftijdontslag de hoge WW-premie voor tijdelijke contracten. Ten slotte is een proeftijd van langer dan 2 maanden alleen mogelijk in het eerste contract.
Diverse werkgeversverenigingen wel positief over langere proeftijd
Niet iedereen is tegen een langere proeftijd. Diverse werkgeversverenigingen zijn positief over de mogelijkheid voor een langere proeftijd.